Tip #26
Als spelleider begin je met het maken van een beweging, de anderen doen je na. Bijvoorbeeld samen stampen. Maak variaties: als olifant, als muisje, als kangoeroe. Dan ga je samen klappen: hard of zachtjes, in een ritme. Dan ga je samen lachen: lach alsof je een klein beetje moet giechelen, lach als de kerstman ‘ho, ho, ho’ waarbij je buik op en neer gaat, lach zonder geluid te maken, trek samen een gek gezicht. Lekker samen lachen!
Je kunt ook om de beurt spelleider zijn. Of vraag één deelnemer om even zijn ogen dicht te doen en wijs in het geheim een nieuwe spelleider aan. Die deelnemer moet daarna raden wie de spelleider is: wie maakte als eerste die beweging of dat geluid?
Image
